Haar onvermijdelijke keuze

 

Ze zat daar, in dat café waar ze normaal alleen kwam om te werken. Laptop open, koffie koud omdat ze weer in één of andere flow zat. Geen make-up, haar in een slordige knot, weet je wel, zo’n dag waarop je echt niet verwacht iemand tegen te komen. Maar dan, alsof het universum haar een klap in haar gezicht wilde geven, liep híj binnen.
 
Lang, zelfverzekerd, die ogen… Jezus, die ogen. Het was geen “oh, wat een knappe man” – nee, het was alsof elke cel in haar lijf ineens wakker werd geschud. Alsof het hele universum fluisterde: daar is-ie. Haar keel werd droog, haar hart bonkte alsof ze een marathon had gelopen, en terwijl ze zichzelf probeerde te herpakken, liep hij recht op haar af.
 
 “Mag ik hier zitten?” zei hij, wijzend naar de stoel tegenover haar. Zijn stem – rauw, warm, een tikje hees. Haar brein had al geen idee meer hoe te functioneren, dus ze knikte alleen maar.
 
Hij ging zitten, en het leek alsof de hele ruimte verdween. Ze had geen idee wat het was, maar alles aan hem voelde… bekend. Alsof ze hem al duizend keer had ontmoet in een ander leven, alsof zijn energie in haar DNA geprint stond.
 
“Je kijkt alsof je iets wilt zeggen,” zei hij met een scheve glimlach.
“Oh, eh… nee,” stamelde ze, wat totaal niet haar stijl was. Normaal gesproken had ze altijd wel een scherpe opmerking paraat, maar dit? Dit was iets anders. Hij liet haar alle controle verliezen, en dat voelde zowel eng als onvermijdelijk.
 
Ze raakten aan de praat – of beter gezegd, hij stelde vragen en zij praatte, want het voelde zo makkelijk, alsof hij elke laag van haar al kende. En ergens halverwege dat gesprek, terwijl ze hem aankeek en hij iets vertelde over zijn bizarre roadtrip in Italië, gebeurde het. Die klik. Het was niet zomaar aantrekkingskracht, niet alleen een fysieke reactie (hoewel, geloof me, dat was er ook). Dit was… alles.
 
Het was hoe hij haar aankeek, alsof hij precies wist hoe ze zich voelde zonder dat ze iets hoefde te zeggen. Het was de manier waarop hij zijn hand op tafel legde, zo nonchalant en toch precies dichtbij genoeg dat ze het voelde in haar hele lijf. Het was hoe hij lachte, alsof hij met die ene lach al haar muren kon breken.
 
Toen hij opstond om te vertrekken, pakte hij een pen van de bar, schreef zijn nummer op een servet en schoof het naar haar toe. Geen dramatisch afscheid, geen overdreven woorden. Alleen: “Bel me. Als je durft.”
 
Durfde ze? Oh, ze wist het niet. Maar terwijl hij de deur uit liep, wist ze één ding zeker: dit was geen toeval. Dit was een vonk, een explosie, een fucking aardbeving. Hij was het. En dat, dát liet haar nooit meer los. 

 

Ze had hem gebeld. Natuurlijk had ze hem gebeld. Niet omdat ze durfde, maar omdat iets in haar lijf geen andere keuze had. Het voelde alsof hij magnetisch was, alsof haar vinger vanzelf naar zijn nummer gleed, alsof haar hart al lang vóór haar hoofd had besloten. 

 

Hun eerste date was alles wat ze niet verwachtte. Geen chique restaurant, geen uitgedacht plan. ze hadden afgesproken in een park, simpel, maar het voelde alsof de wereld alleen voor hen bestond. Hij had een deken meegenomen, wijn en een glimlach die dwars door al haar zelfbeschermingsmechanismen sneed. En dat gesprek… My god, dat gesprek. 

 

Hij stelde vragen die niemand ooit durfde te stellen. ‘’Wat is je grootste angst?’’ ‘’Wanneer voelde je je voor het laatst écht levend?’’ En terwijl ze sprak, voelde ze hoe hij haar ziel ontrafelde, laag voor laag. Het was ongemakkelijk, intiem, en verdomd opwindend. 

 

Tegen de tijd dat hij haar naar huis bracht, kon ze nauwelijks ademen. Niet omdat ze zenuwachtig was, maar omdat zijn energie haar volledig had overgenomen. Het was geen zoetsappige spanning; dit was rauw, intens en onmogelijk te negeren. 

 

Ze stonden bij haar deur, en het enige wat ze kon denken was: als je me nu niet zoent, ga ik ontploffen. Hij leek het te voelen, want hij stapte naar voren, keek haar aan – diep, alsof hij door haar heen keek – en raakte haar lippen met een zachtheid die bijna onvoorstelbaar was. Maar die zachtheid duurde niet lang. Binnen seconden was het alsof alle controle wegviel. Zijn hand in haar haar, zijn lichaam tegen het hare, en alles in haar trilde van verlangen. 

 

Binnen 

 

Ze had verwacht dat de spanning zou verdwijnen zodra ze binnen waren, maar het werd alleen maar erger. Hij duwde haar zachtjes tegen de muur, zijn ademhaling zwaar, zijn handen op haar heupen alsof hij haar nooit meer wilde loslaten. Hij keek haar aan, zijn ogen donker van verlangen. ‘’Weet je hoe verdomd moeilijk het was om je alleen maar aan te kijken en niets te doen?’’. 

 

Ze kon geen woord uitbrengen. Haar lichaam sprak voor haar – ze trok hem dichterbij, voelde hoe zijn lichaam perfect tegen het hare paste. Zijn mond vond de hare weer, en deze keer was er niets zachts aan. Het was hongerig, alsof ze elkaar aan het ontdekken waren op een manier die zowel nieuw als onverklaarbaar vertrouwd voelde. 

 

Zijn handen verkenden haar huid, langzaam, alsof hij elk stukje van haar wilde onthouden. En toen hij haar op het bed legde, voelde ze alles tegelijk: de hitte, de zachtheid, de intensiteit. Hij ging niet snel, maar juist traag – veel te traag – en hij wist precies wat hij deed. Elke aanraking, elke kus leek haar dichterbij een punt te brengen waarvan ze niet wist dat het bestond. 

 

‘’Zeg me wat je voelt,’’ fluisterde hij tegen haar lippen, en ze wist niet eens waar ze moest beginnen. Hoe omschrijf je dat het voelt alsof iemand je niet alleen raakt, maar je breekt, op de best mogelijke manier? Alsof elke vezel van je lichaam schreeuwt dat dit meer is dan fysieke aantrekkingskracht? 

 

‘’Alles,’’ wist ze uiteindelijk uit te brengen. 

‘’Ik voel alles.’’ 

 

Hij glimlachte tegen haar hals, zijn adrem warm tegen haar huid. ‘’Goed’’ zei hij, terwijl hij haar nog dieper in die eindeloze storm van sensatie en emotie trok. 

 

Het was geen seks; het was kunst. Het was geen verlangen; het was puur vuur. En toen ze uiteindelijk uitgeput tegen hem aan lag, voelde het alsof haar hele wezen was aangeraakt – niet alleen haar lichaam, maar haar ziel, haar kern. 

 

Hij streelde haar rug, zijn vingertoppen licht als veren, en begon te praten. Niet oppervlakkig, niet vrijblijvend, maar met diezelfde intensiteit die ze de hele nacht heeft gevoeld. Over dromen, over angsten, over waarom hij de sterren nooit meer hetzelfde zag sinds hij haar had ontmoet. 

 

Ze luisterde, elke woordgolf dieper in haar wezen voelend. Want hij had gelijk. Dit was geen toeval. Dit was alles wat ze ooit hoopte te vinden en nooit durfde te geloven dat ze het zou krijgen.